Elize Lam is 16 november dagvoorzitter van het symposium over informele steun, georganiseerd door het Leernetwerk Kwetsbare Gezinnen. Zij is algemeen sociaal wetenschapper, zelfstandig onderzoeker en adviseur bij STEUNKRACHT en auteur van het succesvolle boek Risicokind of evenwichtskunstenaar? Kind zijn ondanks een moeilijke thuissituatie.
Elize pleit voor meer aandacht en waardering voor informele steun. Wij vroegen haar waarom. “In de hulpverlening gaat het veel over het betrekken van het eigen netwerk. Dit gebeurt echter nog te vaak om specifieke taken uit handen te geven en niet om gelijkwaardig samen te werken. Zeker als er zorgen zijn over de veiligheid van een kind, hebben hulpverleners de neiging de regie naar zich toe te trekken. Pas in een later stadium vragen zij zich af hoe ze die weer bij het gezin en hun naasten kunnen krijgen. Er zijn allerlei redenen waarom het zo gaat. Maar het is wel zonde. Want er is veel wetenschappelijk bewijs dat informele steun cruciaal is voor het welzijn en de veerkacht van kinderen en gezinnen met problemen. Alleen al het weten dat er mensen om je heen staan die iets willen betekenen, zonder daar gebruik van te maken, reduceert stress. En last but not least, hulpverlening blijkt niet alleen effectiever als informele steungevers actief meedoen, het kan ook regelmatig worden afgeschaald omdat naasten betrokken zijn. Ik durf dan ook te stellen dat informele steun een algemeen werkzame factor voor goede hulp is net zoals een goede werkrelatie dat is tussen een hulpverlener en een ouder of een jongere.
Wat maakt informele steun anders dan hulpverlening?
Dat zit ‘m in verschillende dingen. Bijvoorbeeld dat je er niet voor geleerd hoeft te hebben om steungever te zijn, al vraagt het natuurlijk wel dat je kunt aansluiten bij iemands behoeften. Informele steun kan bovendien continuïteit bieden, terwijl hulpverleners komen en gaan. En informele steun voelt voor mensen vaak dichterbij. Dat viel me op in mijn onderzoek naar initiatieven als Buurtgezinnen en GezinsBuddy. Hulpvragende ouders zeiden vaak dat het contact met de organisatie zo gewoon aanvoelde. En daar zit ook direct de kracht. Informele steun bevindt zich in hun leefwereld en gaat veel minder uit van wat er mis is. Dat schept vertrouwen, geeft hoop, hoe beroerd de situatie ook is.
Wat maakt dat de hulpverlening nog weinig gericht is op gelijkwaardig optrekken met informele steungevers?
Ook daar zijn allerlei redenen voor. Zo legt het beleid sterk de nadruk op vroegsignalering van problemen. Hoe eerder een hulpverlener dan in beeld is, hoe beter dat is, veronderstelt men. Mede vanuit de gedachte dat concrete interventies het beste geneesmiddel zijn, maar dat is maar zeer de vraag. Ook kunnen hulpverleners zich handelingsverlegen voelen in het samenwerken met steungevers. Ze vinden het vaak spannend, zeker in onveilige situaties, wat ze aan het steunnetwerk kunnen toevertrouwen. Want wat als er iets misgaat? Staan zij dan voor de tuchtrechter? En de gedachte dat er bij gezinnen in complexe situaties meestal geen netwerk is, is helaas ook hardnekkig. Het probleem lijkt echter eerder te zijn dat hulpverleners te weinig tijd hebben, of maken, om met netwerkleden in contact te komen.
Wat zou er moeten gebeuren? Wat kunnen we morgen doen?
We moeten de situatie om te beginnen omdenken. Het draait om onze mindset!
Het is niet de hulpverlener die het netwerk betrekt; dat is vaak allang betrokken, hoe beperkt ook. Het is de hulpverlener die zou moeten aansluiten om het gesprek te faciliteren tussen het gezin en het netwerk over wat zij denken wat helpend is. Het zou moeten draaien om dialoog en vertrouwen, en alleen interveniëren als dat echt nodig is! Voor dit samen optrekken moet de hulpverlener natuurlijk wel tijd kunnen maken. Dat vraagt investeren door gemeentes en zorgverzekeraars. Maar zelfs als die investering niet komt, kunnen we zorgen dat gelijkwaardig samenwerken met informele steungevers standaard onderdeel wordt van het handelingsrepertoire van hulpverleners. Dat vraagt lef en creativiteit, en leidinggevenden die hun medewerkers alle steun geven om te groeien in hun vakmanschap. Daar kun je morgen al mee aan de slag. Bijvoorbeeld door samen met je team te verkennen wie het al lukt om echt in dialoog te komen met het steunnetwerk en waarom dat lukt. Juist in dat waarom zitten vaak hele waardevolle sleutels om vaker progressie te boeken.
Meer weten?
Kom 16 november naar het symposium informele steun.
Deelname aan het symposium geeft recht op 4 SKJ-punten.